De afgelopen weken is het onrustig in Israël. Waarschijnlijk hebben Hamas en Hezbollah de onrust rondom de justitiële hervormingen gezien als zwakte in de staat. Dit resulteerde in verschillende raketaanvallen en het ophitsen van het volk waardoor er rellen ontstonden tijdens Pesach (Paasweekend).
Israël is Gods uitverkozen volk, Zijn oogappel (Deut. 32:10). Toen God zich van hen afkeerde, betekende dit dat Hij zich naar de rest van de wereld keerde om hun zijn redding aan te bieden (Rom. 11:15). Wij zijn in hen geënt als wilde takken in een goede olijfboom (Rom.11:24). Want we hoorden van geboorte niet bij het volk van God (Ef. 2:11), maar door het offer van Jezus zijn we tot hetzelfde volk benoemd (Ef. 2:15). Wij horen nu ook bij het volk van God, bij Zijn gezin (Ef.2:19).
Pelgrims roepen in de Psalmen op om te bidden voor de vrede van Jeruzalem (Ps. 122: 6). Daarnaast willen we ook bidden dat de het joodse volk tot erkenning van Jezus als Messias en Zoon van God komt. Want als het volk Israël gaat geloven, is dat een getuigenis voor de volkeren: Als hun verwerping van het evangelie al zoveel vrucht brengt, hoeveel meer vrucht zal het brengen als ze Jezus wél aannemen? (Rom. 11:15)
Gebedspunten
We bidden deze week voor:
– de vrede van Jeruzalem,
– de bekering van het Joodse volk,
– de Messias belijdende Joden,
– het evangelisatiewerk.
Proclamatieteksten
Romeinen 11: 25-30. ‘Broeders en zusters, ik wil u het geheim van Gods plan met Israël vertellen, om te voorkomen dat u afgaat op uw eigen ideeën. Voorlopig moet een deel van de Israëlieten niets van Jezus Christus hebben. En dat duurt totdat de grote massa uit de andere volken in Gods koninkrijk is ingegaan. Dan zal heel Israël gered worden. Dat staat ook in de Boeken: ‘De grote bevrijder zal uit Sion komen om het kwaad van Israël weg te doen.’ ‘Dit is mijn afspraak met hen: Ik zal hun zonden wegnemen.’ Zij staan dus vijandig tegenover het goede nieuws van Jezus Christus. Daar hebt u voordeel van. Maar omdat zij vanouds het volk zijn dat God uitgekozen heeft, houdt Hij nog steeds van hen. Want als Hij iets zegt, komt Hij er niet op terug. En als Hij in genade iets heeft gegeven, blijft het gegeven.’
Romeinen 10:1. ‘Broeders, de oprechte wens van mijn hart en mijn gebed tot God voor Israël is gericht op hun zaligheid.’